De ontwikkelaars van Debian hebben verschillende aantallen schijfindelingsprogramma's aangepast om uiteenlopende types harde schijven en computerarchitecturen te kunnen bedienen. Hierna volgt een lijst met de programma's die voor uw architectuur van toepassing zijn.
Het aanbevolen schijfindelingsgereedschap in Debian. Dit Zwitsers zakmes is ook in staat de partitiegrootte te wijzigen, bestandssystemen aan te maken (“formatteren” in Windows-taalgebruik) en ze toe te wijzen aan aankoppelpunten.
Het originele Linux schijfindelingsprogramma; goed voor goeroes.
Wees voorzichtig als uw machine bestaande FreeBSD-partities heeft. De kernels van het installatiesysteem ondersteunen deze partities, maar de wijze waarop fdisk ze voorstelt (of dat niet doet) kan maken dat de benaming van de schijven verschilt. Zie de Linux+FreeBSD HOWTO.
Een gemakkelijk te gebruiken schijfindelingsprogramma in een volledig scherm voor de rest onder ons.
Merk op dat cfdisk helemaal geen notie heeft van FreeBSD-partities, en nogmaals, als gevolg daarvan kan de benaming van de schijven verschillend zijn.
Een van deze programma's zal standaard uitgevoerd worden als u
(of iets dergelijks) selecteert. Het is mogelijk om een ander schijfindelingsprogramma te gebruiken aan de commandoregel op VT2, maar dit wordt niet aangeraden.Denk eraan om uw opstartpartitie te markeren als “Bootable” (opstartbaar).
Indien u een nieuwe harde schijf wilt gebruiken (of de hele partitietabel van uw harde schijf wilt wissen), moet een nieuwe partitietabel aangemaakt worden. De “Begeleide schijfindeling” doet dit automatisch, maar indien u de schijfindeling handmatig uitvoert, moet u de selectiebalk plaatsen op het item dat, op het hoogste niveau, verwijst naar de schijf en op Enter drukken. Daardoor zal op die schijf een nieuwe partitietabel aangemaakt worden. In de expertmodus zal u dan gevraagd worden naar het type partitietabel. Voor UEFI-systemen is dit standaard “gpt”, terwijl dit voor de oudere BIOS-wereld standaard “msdos” is. Bij een installatie op een standaardprioriteitsniveau zullen deze standaardwaarden automatisch gebruikt worden.
Opmerking | |
---|---|
Wanneer een partitietabel van het type “gpt” geselecteerd werd (standaard voor UEFI-systemen), zal automatisch een vrije ruimte van 1 MB aangemaakt worden aan het begin van de schijf. Dit is bedoeld en vereist om er de GRUB2 bootloader in te plaatsen. |
Indien u een ander besturingssysteem, zoals DOS of Windows, op de computer heeft staan en dat parallel met de installatie van Debian wilt behouden, zult u de partitie waarop dit besturingssysteem staat, moeten verkleinen om plaats vrij te maken voor de installatie van Debian. Het installatiesysteem ondersteunt het aanpassen van de grootte van zowel FAT- als NTFS-bestandssystemen. Als u tijdens het installatieproces toe komt aan de fase van schijfindeling, moet u de optie
selecteren en dan gewoon een bestaande partitie selecteren en de grootte ervan wijzigen.Hoewel moderne UEFI-systemen niet de onderstaande beperkingen kennen, legt het oude PC-BIOS gewoonlijk extra beperkingen op aan de schijfindeling. Er bestaat een limiet voor het aantal “primaire” en “logische” partities die een schijf kan bevatten. Voor BIOS-en die dateren van voor 1994–98 geldt een bijkomende beperking inzake de plaats op de schijf waarvandaan het BIOS kan opstarten. Meer informatie vindt u in de Linux Partition HOWTO, maar in dit onderdeel geven we een kort overzicht waarmee u de meest voorkomende situaties kunt aanpakken.
De “primaire” partities zijn het originele schijfindelingssysteem voor PC-schijven. Er kunnen er echter slechts vier van bestaan. Om aan deze beperking te ontkomen, werden “extended” (uitgebreide) en “logical” (logische) partities bedacht. Door van een van uw primaire partities een uitgebreide partitie te maken, kunt u alle ruimte die aan die partitie toegekend werd opdelen in logische partities. Per uitgebreide partitie kunt u 60 logische partities aanmaken. Op een schijf kunt u echter slecht één uitgebreide partitie hebben.
Linux beperkt het aantal partities per schijf tot een totaal van 255 voor SCSI-schijven (3 bruikbare primaire partities en 252 logische partities) en tot 63 voor IDE-schijven (3 bruikbare primaire partities en 60 logische partities). Maar het normale Debian GNU/Linux-systeem voorziet slechts in 20 devices (apparaten) voor partities. U kunt dus niet installeren op een hogere partitie dan de 20e, tenzij u eerst zelf apparaten creëert voor die partities.
Indien u een grote IDE-schijf heeft en geen gebruik maakt van de LBA-adresseringstechniek of van een overlay-stuurprogramma (soms meegeleverd door de fabrikant van de harde schijf), moet de opstartpartitie (de boot-partitie - de partitie waarop het kernel-image staat) op de eerste 1024 cylinders van de harde schijf (zonder BIOS-translation meestal ongeveer 524 megabytes) staan.
Deze beperking geldt niet voor een BIOS van na ongeveer 1995–98 (afhankelijk van de fabrikant) die ondersteuning bevat voor de “Enhanced Disk Drive Support Specification”. mbr, het Lilo-alternatief van Debian, moet het BIOS gebruiken om de kernel van de schijf in het RAM in te lezen. Indien de int 0x13 BIOS-uitbreidingen voor toegang tot grote harde schijven aangetroffen worden, worden ze gebruikt. Anders wordt teruggevallen op de oudere interface voor het benaderen van harde schijven, maar die kan niet gebruikt worden voor het benaderen van een plaats op de schijf voorbij de 1023e cylinder. Deze beperkingen gelden niet meer nadat de Linux opgestart is, ongeacht het BIOS van uw computer. De Linux maakt immers geen gebruik van het BIOS om de harde schijf te benaderen.
Indien u een harde schijf heeft, zult u mogelijk zogenaamde cylinder translation technieken (cylinderomzettingstechnieken) moeten gebruiken. U kunt die instellen met het setup-programma van uw BIOS. Het gaat dan om technieken als LBA (Logical Block Addressing) of de CHS translation modus (“Large”). Meer informatie over aandachtspunten bij grote harde schijven kunt u vinden in de Large Disk HOWTO. Indien u een model voor cylinder translation toepast, maar uw BIOS de uitbreidingen voor het benaderen van grote harde schijven niet ondersteunt, moet uw boot-partitie (opstartpartitie) zich binnen de omgezette representatie van de 1024e cylinder bevinden.
De aanbevolen manier om dit te realiseren is om een kleine (25–50MB zou moeten volstaan) partitie aan het begin van de harde schijf aan te maken die dan als boot-partitie gebruikt wordt. Daarna kunt u op het resterende deel alle overige gewenste partities aanmaken. Deze opstartpartitie moet aangekoppeld worden op /boot
, aangezien dat de map is waarin de Linux kernel(s) opgeslagen worden. Een dergelijke configuratie werkt op elk systeem, ongeacht of LBA of CHS translation voor grote harde schijven gebruikt wordt of niet en ongeacht het feit of uw BIOS de uitbreidingen voor het benaderen van grote harde schijven ondersteunt of niet.